AROO Bio Security Service . /. Houtbehandeling |
|||
|
|||
Houtbehandeling Behandeling van houtwerk heeft tot doel alle
aanwezigheid van insecten en schimmels te vernietigen en het hout te
beschermen tegen nieuwe aantastingen. Een
professioneel uitgevoerde behandeling zal bijgevolg niet enkel een genezend (
curatief ) karakter hebben, maar
tevens een voorbehoedende ( preventieve
) functie blijven behouden in de tijd Juiste bepaling van de soort aantasting is
cruciaal voor een goede behandeling. De meest bij ons voorkomende houtborende
insecten zijn de huisboktor ( Hylotrupes bajulus ), de kleine klopkever ( Anobium punctatum ), de spinthoutkever ( Lyctus spp. ) en de grote klopkever ( Xestobium rifovulosum ). |
|||
|
|||
De huisboktor ( Hylotrupes bajulus ) Alias: capricorn De huisboktor is de meest destructieve
drooghoutboorder welke uitsluitend naaldhout aantast. De grote kever ( 10 tot 25 mm ) is bruinzwart van
kleur. Typisch zijn de twee witte vlekken op de dekschilden en de lange voelsprieten. Het wijfje legt een 200- tal eitjes waaruit zich
na 1 – 3 weken larven ontwikkelen. De laven zijn geel – wit van kleur, 15 –
30 mm lang, pootloos en hebben vooraan roodbruine knaagtanden. Ze vreten gedurende 3 tot 6 jaar in het hout. Zo
ontstaan brede gangen in de lengterichting van het hout. Uiteindelijk gaan de larven zich in het najaar
verpoppen en inkapselen, waarna ze in de lente van het volgende jaar als
kever uit het hout komen, wat te zien is aan ovale uitvliegopeningen ( 5 – 10
mm lang ). |
|
||
|
|||
De kleine klopkever ( Anobium punctatum ) Alias:
memel, meubelkever, gewone houtwormkever. Deze
kever is het meest verspreid en tast zowel loofhout als hardhout aan,
voornamelijk in het spinthout. Zo
treft men ze aan in meubels, vloeren, beelden … De
forsgebouwde kever ( 5 tot 7 mm ) is donkerbruin tot zwart en heeft donkere
strepen op de rug. De voelsprieten bestaan uit 11 segmenten. Het
wijfje legt tot 60 eitjes waaruit zich de larven ontwikkelen. De
larven ( 4 – 6 mm ) zijn geelachtig wit, gekromd en hebben drie paar benen.
Ze graven gedurende 2 tot 4 jaar gangen in het hout. Aan de oppervlakte van
het aangetaste hout treffen we hoopjes boormeel aan en verscheidene kleine (
ca. 1 mm ) gaatjes. De
levensduur van de volwassen kever bedraagt amper 4 weken. |
|
||
|
|||
De spinthoutkever ( Lyctus
linearis ) Alias: parketkever. Via tropisch hout in onze landen ingevoerd. Tast vooral loofhout aan dat veel koolhydraten
bevat, maar ook spinthout van hardhout zoals eik, beuk, es, notelaar, … is
vatbaar. De volwassen kever is langgerekt, 2 – 7 mm,
lichtbruin tot kastanjebruin van kleur. De voelsprieten van de kever zijn kort, tweedelig. De larve is geelachtig – wit van kleur en heeft 3
paar benen. De larve is ong. 10 maanden actief in het hout. Ze
boort onder het houtoppervlak in de lengterichting van het hout. Evenals bij de Kleine Klopkever treffen we hoopjes
boormeel en ronde gaatjes ( 1 à 2 mm ) aan. |
|
||
|
|||
De grote
klopkever ( Xestobium rifovulosum ) Alias: doodskloppertje, bonte knaagkever, grote
houtwormkever De grote klopkever ontwikkeld zich bij voorkeur in
eikenhout maar ook andere loofhoutsoorten en naaldhout kunnen aangetast
worden. Vooral hout met een hoog vochtigheidsgehalte wordt aangetast. De larven verblijven 3 – 5 jaar in het hout. In
het najaar verpopt de larve en komt in het volgende voorjaar als kever uit
het hout, waarbij ronde uitvliegopeningen ontstaan van 3 – 4 mm diameter. |
|
||